De nederlandse namen van de Prunus lusitanica zijn Portugese laurier of laurierkers
De Portugese laurier is een groenblijvende struik of kleine boom afkomstig uit het Iberisch schiereiland en Noord-Afrika. De plant is geliefd in tuinen en parken vanwege zijn dichte, glanzende blad en veelzijdige toepassingen.
De Portugese laurier heeft langwerpige, donkergroene bladeren van 6 á 12 cm lang met een gekartelde rand. Het is een snelgroeiende plant die 6 tot 10 meter hoog kan worden, afhankelijk van de omstandigheden. Door zijn dichte en opgaande groei is hij ideaal voor hagen en kan goed gesnoeid worden om de gewenste vorm te behouden.
In de late lente, rond mei of juni, bloeit de Prunus lusitanica met trossen van kleine, witte bloemen die een zoete geur verspreiden. Deze bloemen trekken bijen en andere bestuivende insecten aan, wat de plant zeer bijvriendelijk maakt. Na de bloei verschijnen er kleine, donkerrode tot zwarte vruchten die lijken op kersen. Hoewel deze vruchten niet eetbaar zijn voor mensen, zijn ze een favoriete voedselbron voor vogels, met name houtduiven
De plant wordt vaak gebruikt als haag vanwege zijn dichte groei en groenblijvende karakter. Hij is bestand tegen luchtvervuiling en zoute zeelucht, wat hem geschikt maakt voor zowel stedelijke als kustgebieden. De Portugese laurier gedijt het beste op een zonnige tot halfschaduwrijke plek en in goed doorlatende grond. Hij is redelijk winterhard, al kan extreme vorst schade veroorzaken.
Qua verzorging vereist de Prunus lusitanica weinig onderhoud, maar regelmatige snoei is aan te raden om de gewenste vorm en dichtheid te behouden. Hij kan gevoelig zijn voor schimmelziekten zoals bladvlekkenziekte, dus goede luchtcirculatie is belangrijk.
Kortom, de Portugese laurier is een veelzijdige en aantrekkelijke plant die zowel esthetisch als ecologisch waardevol is, met zijn aantrekkingskracht op bijen en het bieden van voedsel aan vogels.