Callistemon citrinus

De Callistemon citrinus of Lampenpoetser is een groenblijvende struik, die voornamelijk als kuipplant gehouden wordt. De struik staat graag in de zon en kan goed in de wind staan. Tegen vorst kan de plant echter totaal niet. Hij overleeft temperaturen tot -5° graden Celsius. In de winter moet de struik dus binnengehaald worden. Blijft de lampenpoetser buiten staan, dan is er zeer goede vorstbescherming nodig. Na de ijsheiligen kan de Callistemon citrinus op een zonnige plaats buiten worden gezet.

Callistemon citrinus houdt van zure grond, die humusrijk is en voldoende vocht bevat. De grond moet echter wel goed waterdoorlatend zijn. Geef de struik geen kraanwater, dit bevat te veel kalk! In de zomer iedere dag water geven.

Het blad is stijf en leerachtig, vaak met een stekende top en opvallende nervatuur, groen en lancetvormig. Bij het kneuzen van een blad komt een citroen geur vrij. In de zomer bloeit de lampenpoetser met prachtige, 5-10 cm lange bloeiaren. Wat we zien zijn de gele helmdraden die in cilindervormige bloeiwijzen aan het eind van de takken staan. De borstelvormige pluimen geven de plant een grote sierwaarde. Verder worden er grijze vruchtjes gevormd.

De borstel-vormige bloempluimen doet ons denken aan de borstels om lampadaires te poetsen.

Callistemon citrinus, die nooit gesnoeid is, zal er open en slordig uit gaan zien. Door om de drie jaar verdeeld flink terug te snoeien kun je proberen, terug een mooie plant van te maken. Snoei jaarlijks na de bloei een drietal takken terug tot ongeveer 6 cm boven de grond.

Weetje:
De rode lampenpoetser komt van nature voor in Australië. De struik heeft zich is aan periodiek afbranden aangepast. De vluchtige olie uit de bladeren komt bijna explosief tot ontbranding en neemt zuurstof voor de vlammen weg om de plant te beschermen tegen het vuur. De vruchten gaan vaak pas na brand open.